Inhoudsopgave
Kinderen Wiskunde
Divisie grondbeginselen
Wat is verdeling?Delen is het opdelen van een getal in een gelijk aantal delen.
Voorbeeld:
20 gedeeld door 4 = ?
Als je 20 dingen neemt en ze in vier groepen van gelijke grootte zet, zijn er 5 dingen in elke groep. Het antwoord is 5.
20 gedeeld door 4 = 5.
Tekens voor divisie
Er zijn een aantal tekens die mensen kunnen gebruiken om deling aan te geven. De meest voorkomende is ÷, maar de backslash / wordt ook gebruikt. Soms schrijven mensen een getal bovenop een ander met een streep ertussen. Dit wordt ook wel een breuk genoemd.
Voorbeeldtekens voor "a gedeeld door b":
a ÷ b
a/b
a
b
Dividend, deler en quotiënt
De drie belangrijkste namen zijn het dividend, de deler en het quotiënt.
- Dividend - Het dividend is het getal dat u deelt
- Deler - De deler is het getal waar je door deelt.
- Quotiënt - Het quotiënt is het antwoord
Voorbeeld:
In het probleem 20 ÷ 4 = 5
Dividend = 20
Deler = 4
Quotiënt = 5
Speciale gevallen
Er zijn drie speciale gevallen waarmee rekening moet worden gehouden bij het verdelen.
1) Delen door 1: Als je iets deelt door 1, is het antwoord het oorspronkelijke getal. Met andere woorden, als de deler 1 is, is het quotiënt gelijk aan het dividend.
Voorbeelden:
20 ÷ 1 = 20
14.7 ÷ 1 = 14.7
2) Delen door 0: Je kunt een getal niet delen door 0. Het antwoord op deze vraag is ongedefinieerd.
3) Dividend is gelijk aan deler: Als het dividend en de deler hetzelfde getal zijn (en niet 0), dan is het antwoord altijd 1.
Voorbeelden:
20 ÷ 20 = 1
14.7 ÷ 14.7 = 1
Restant
Als het antwoord op een deling geen geheel getal is, worden de "restjes" de rest genoemd.
Als u bijvoorbeeld zou proberen 20 te delen door 3, zou u ontdekken dat 3 niet gelijkmatig deelt in 20. De getallen die het dichtst bij 20 liggen waarin 3 kan delen zijn 18 en 21. U kiest het dichtstbijzijnde getal waarin 3 deelt en dat kleiner is dan 20. Dat is 18.
18 gedeeld door 3 = 6, maar er blijft nog wat over. 20 -18 = 2. Er blijven er 2 over.
We schrijven de rest na een "r" in het antwoord.
20 ÷ 3 = 6 r 2
Voorbeelden:
12 ÷ 5 = 2 r 2
23 ÷ 4 = 5 r 3
18 ÷ 7 = 2 r 4
Delen is het tegenovergestelde van vermenigvuldigen
Een andere manier om deling te zien is als het tegenovergestelde van vermenigvuldiging. Neem het eerste voorbeeld op deze pagina:
20 ÷ 4 = 5
Je kunt het omgekeerde doen, door de = te vervangen door een x-teken en de ÷ door een gelijkheidsteken:
5 x 4 = 20
Voorbeelden:
12 ÷ 4 = 3
3 x 4 = 12
21 ÷ 3 = 7
7 x 3 = 21
Het gebruik van vermenigvuldiging is een geweldige manier om je delingswerk te controleren en betere scores te krijgen op je wiskundetoetsen!
Wiskunde voor gevorderden
Vermenigvuldiging |
Inleiding tot vermenigvuldiging
Lange vermenigvuldiging
Tips en trucs voor vermenigvuldiging
Afdeling
Inleiding tot Division
Lange divisie
Tips en trucs voor verdeling
Breuken
Inleiding tot breuken
Gelijkwaardige breuken
Breuken vereenvoudigen en verminderen
Optellen en aftrekken van breuken
Breuken vermenigvuldigen en delen
Decimalen
Decimalen Plaats Waarde
Decimalen optellen en aftrekken
Decimalen vermenigvuldigen en delen
Gemiddelde, mediaan, modus en bereik
Beeldgrafieken
Algebra
Volgorde van operaties
Exponenten
Zie ook: Voetbal: KickersVerhoudingen
Verhoudingen, breuken en percentages
Geometrie
Polygonen
Vierhoeken
Driehoeken
Stelling van Pythagoras
Cirkel
Perimeter
Oppervlakte
Overige
Basiswetten van de wiskunde
Priemgetallen
Romeinse cijfers
Zie ook: Scheikunde voor kinderen: Elementen - De edelgassenBinaire getallen
Terug naar Kinderen Wiskunde
Terug naar Kinderen studie